2014

Invloed van pathogeeninactivatie op bloedplasma

Bloedplasma wordt gebruikt voor diverse toepassingen zoals bij brandwonden, (erfelijke) ziektes van het stollingssysteem en (acuut) trauma. Om de kans op overdracht van infectieziektes van donor naar patiënt te minimaliseren, worden aanwezige ziekteverwekkers onschadelijk gemaakt. Dit gebeurt door het gebruik van riboflavine, ook wel vitamine B2 genoemd, en uv-licht. Uit ons onderzoek blijkt dat deze extra voorzorgsmaatregel zorgt voor de vorming van zuurstofradicalen die de ziektekiemen uitschakelen. Er is echter ook een negatief effect heeft op de werking van bloedplasma maar nooit tot onder de internationaal aanvaarde normen.

Internationaal Forum over klontertjes in bloedplaatjesconcentraten

Tijdens een afname van bloedplaatjes via aferese, ook wel cytaferese genoemd, kunnen bloedplaatjes klontertjes vormen die, zelfs na bereiding, in het bloedplaatjesconcentraat aanwezig blijven. Deze bloedplaatjesconcentraten, ongeveer 3%, zijn nadien niet meer bruikbaar voor transfusie. Als aanzet voor verdere studies naar dit topic, deelden we onze ervaring met het fenomeen met een grote groep internationale onderzoekers, gespecialiseerd in transfusiegeneeskunde.

Invloed van pathogeeninactivatie op bloedplaatjesconcentraat

Om de veiligheid van bloedplaatjesconcentraten te verhogen, werd enkele jaren geleden een extra stap toegevoegd bij het verwerkingsproces van bloedplaatjes. Hierdoor worden aanwezige ziekteverwekkers onschadelijk gemaakt. Een van de mogelijke methoden is het behandelen van bloedplaatjesconcentraten met riboflavine, ook wel vitamine B2 genoemd, of psoraleen, een giftige stof die in verschillende planten voorkomt. Wij stelden vast dat beide methoden niet enkel zorgen voor het inactiveren van pathogenen maar ook de werking van bloedplaatjes verstoren. Verder onderzoek moet aantonen of er ook een effect is voor de patiënt na transfusie.

Stel je vraag