Internationaal strafrecht
Internationaal strafrecht is, net zoals het internationaal humanitair recht (IHR), een deelgebied van het internationaal publiekrecht. Het is de rechtstak dat internationale misdrijven strafbaar stelt, regels bevat voor de vervolging en berechting van internationale misdrijven en staten het recht geeft om verdachten van internationale misdrijven te vervolgen.
Universele jurisdictie
Een staat beoefent zijn jurisdictie in eerste orde enkel uit over zijn grondgebied. Voor sommige situaties wordt aanvaard dat een staat ook extraterritoriaal kan optreden. Inzake internationaal humanitair recht gaat deze extraterritorialiteit verder dan een band die zou ontstaan tussen de daad en het grondgebied of tussen een persoon en het grondgebied.
Gemeenschappelijk artikel 1 bij de Verdragen van Genève van 1949 stelt dat staten de verplichting hebben tot het eerbiedigen en laten eerbiedigen van het internationaal humanitair recht. Het IHR verplicht staten om wetgeving aan te nemen die ‘ernstige inbreuken’ van het IHR strafbaar stelt, en om plegers van ernstige schendingen op te sporen en te vervolgen, dit ongeacht de nationaliteit van de plegers.
De Verdragen van Genève omschrijven ernstige misdrijven als zijnde die welke één van de volgende handelingen in zich sluiten, indien deze worden gepleegd tegen door het Verdrag beschermde personen of goederen:
- opzettelijke levensberoving
- marteling of onmenselijke behandeling, waaronder begrepen biologische proefnemingen, het moedwillig veroorzaken van hevig lijden, van ernstig lichamelijk letsel, dan wel van ernstige schade aan de gezondheid
- vernieling en toe-eigening van goederen, niet gerechtvaardigd door militaire noodzaak en uitgevoerd op grote schaal en op onrechtmatige en moedwillige wijze
Immuniteit Rode Kruis
Medewerkers van het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) zijn vrijgesteld om te getuigen voor het Internationaal Strafhof. Het Rode Kruis heeft namelijk het recht om informatie niet te openbaren in strafzaken. Dit recht werd voor de eerste keer erkend door het Joegoslavië-tribunaal in de Simic-zaak van 1999. De basisprincipes van het Rode Kruis, in het bijzonder de principes van neutraliteit en onpartijdigheid zouden in het gedrang komen waardoor een vertrouwelijke dialoog met de partijen van een gewapend conflict niet meer mogelijk zou zijn.