Rode Kruis schort werk op in Zuid-Soedan

Het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) is gedwongen haar werk in Zuid-Soedan op verschillende locaties tijdelijk op te schorten als gevolg van nieuw geweld. De burgeroorlog in Soedan heeft afgelopen weken het leven gekost aan tientallen kinderen. Ook werden jonge kinderen ontvoerd, verminkt, verkracht en gerekruteerd als kindsoldaat. Dit alles maakt het voor het ICRC in Leer, 500 kilometer ten zuiden van Juba, onmogelijk om haar werk op een veilige manier te verrichten. Reguliere voedselhulp wordt hierdoor voor onbepaalde tijd stopgezet en een deel van de staf wordt teruggetrokken. De consequenties hiervan zijn echter niet te overzien en hebben een diepe impact op de plaatselijke bevolking. Eric Marclay, hoofd van het ICRC in Oost-Afrika, beschrijft de huidige situatie:  

Het ICRC is niet te spreken over het feit dat de hulpverleners de toegang wordt geweigerd tot gebieden waar zich slachtoffers bevinden. Woordvoerder Pavel Kryziek vanuit hoofdstad Juba meldt bovendien dat een nieuwe stroom van vluchtelingen: "In de stad Leer is de hele bevolking, meer dan 100.000 mensen, op de vlucht geslagen. Ze verbergen zich in erbarmelijke omstandigheden, bijvoorbeeld in een moerasgebied. Ze hebben geen toegang tot proper water, voedsel of medicijnen."  

VN-hoofd Ban Ki-Moon doet nogmaals een oproep aan de strijdende partijen om de wapens neer te leggen.