Opiniestuk - Wereldvluchtelingendag. Wat, waarom, voor wie?

Vluchtelingen beschermen vergt internationale samenwerking tussen de landen van oorsprong, van transit en van eindbestemming. Wij moeten vluchtelingen méér veilige en wettelijke manieren aanbieden om in héél Europa asiel aan te vragen. Dat is controversieel, maar het is wel cruciaal. Vluchtelingen verdienen meer dan een Wereldvluchtelingendag.

Door de voorbije week liep letterlijk een draad : foto’s van mannen die kinderen en baby's over prikkeldraad en doorgeknipte omheiningen tillen, Hongarije dat zijn grenzen sluit en een 4meter hoge omheining tegen instroom van vluchtelingen via Servië optrekt... Het brengt me bijna naadloos naar “de dodendraad”: de hoogspanningslijn die de Duitse bezetter in WOI aanlegde als afschrikkingsgrens voor de Belgische vluchtelingen richting Nederland. De draad maakte vele honderden slachtoffers maar stopte de wanhopige vluchtelingen niet.

Het voorbije jaar hebben we grote aandacht besteed aan die “100 jaar Groote Oorlog”, een conflict dat ook grote vluchtelingenstromen uitlokte. Op de foto’s van “toen” van mensen op vlucht en van steden (en dromen) in puin verraadt alleen het onscherpe zwart-wit dat het gaat om een drama van lang geleden. De meeste vluchtelingen keerden al lang terug. Als kind heb ik de oorlogsverhalen met spanning gelezen en me daarbij afgevraagd: wie zal ons helpen als het nodig is? En dat antwoord is niet simpel, voor niemand.

Het Europa dat na de wereldoorlogen werd opgebouwd garandeerde een vreedzaam samenleven en welvaart. Net buiten die grenzen kon de situatie snel ontvlammen zoals in Joegoslavië, tot dan vakantieland voor vele Vlamingen. Joegoslavische vluchtelingen, zochten getraumatiseerd door bloedige afrekeningen bij ons veiligheid voor hun kinderen. Die kinderen liepen school, maakten vriendjes… maar de wens van de ouders om terug te keren naar het eigen land was meestal vanaf het begin duidelijk. Zohaast ze konden beginnen aan de heropbouw keerden velen terug.

De “drive” van onze grootouders, van de Joegoslavische vluchtelingen, van al wie Syrië, Libië… wil ontvluchten is waarschijnlijk identiek.  Eerst op zoek naar veiligheid en dan graag terug naar het oorsprongsland in de hoop om op wat nog rest weer een eigen leven op te bouwen.

Door de grote en blijvende conflicthaarden ligt een veilige plaats steeds verder weg. Door de langdurigheid van de conflicten zijn de vluchtelingenkampen soms zelf bedreigd. Ze zijn niet langer een tijdelijke en veilige haven maar worden een uitzichtloze en geestdodende omgeving.

Op vele momenten in deze keten van ellende kom je het Rode Kruis tegen. Lokale Rode Kruisvrijwilligers riskeren hun leven in de conflictzone: al meer dan 40 Syrische Rode Kruis Vrijwilligers stierven tijdens hun opdracht. Het Rode Kruis zorgt voor eerste hulp, water, voeding, een onderkomen in een kamp. Het helpt familieleden in hun zoektocht naar dierbaren die ze op vlucht uit het zicht verloren. Hier in België beheren we op vraag van de overheid meerdere asielcentra.

Dat steeds weerkerend scenario (crisis – vlucht) mag ons niet moedeloos maken maar als internationale hulporganisatie die menselijkheid en neutraliteit hoog in het vaandel draagt, trekken we nu aan de alarmbel.  We zijn ervan overtuigd dat de grootste inspanning moet gaan naar het land van oorsprong: alleen als men daar veilig en waardig kan wonen, kan een exodus gestopt worden. Dat vraagt inzet en tijd en voor de meest gewelddadige conflicten zoals op vandaag in Syrië, Irak, Zuid Soedan… is de oplossing nog ver weg.

Onze noodhulp is essentieel maar is geen oplossing. Mensen aanvaarden hulp om te overleven maar om écht te leven is er meer nodig dan dekens, water… De doorzetters, de meest wanhopigen zullen àlles blijven riskeren voor de minieme kans om elders te overleven om aan een toekomst te bouwen. Ook versterkte grenzen kunnen dit niet stoppen, of het nu gaat om draden onder hoogspanning of het vernietigen van elk mogelijk vaartuig om de zee over te steken.

Diplomatie, politieke druk, het versterken van de reddingscapaciteiten van FRONTEX over de hele Middelandse Zee zijn noodzakelijke stappen, maar niet voldoende. Het Rode Kruis heeft jarenlange ervaring op het terrein en is niet naïef. Meer positieve maatregelen kunnen een aanzuigeffect hebben maar we weten dat dit soort migratie een feit van alle tijden is en zal blijven: in 1914 waren wij het, vandaag de Syriërs, Libiërs...

Wij moeten dit onder ogen zien.

Wij moeten zoeken naar manieren om dit in menselijke banen te leiden. We moeten zeker mbt de crisis van de bootvluchtelingen een Europees asielbeleid ontwikkelen dat vooruitkijkt en dat is gebouwd op de Europese waarden van menselijke waardigheid, solidariteit en mensenrechten (art.2 van het Europese Verdrag). Dat is nièt het vernietigen van bootjes maar het wettelijk beschermen van vluchtelingen om te voorkomen dat ze worden uitgebuit langs de welbekende vluchtroutes.

Dit vraagt om internationale samenwerking tussen de landen van oorsprong, van transit en van eindbestemming. En dus controversieel maar cruciaal:  wij zullen méér veilige en wettelijke manieren moeten aanbieden om in héél Europa asiel aan te vragen. Europa is gebouwd op waarden. Deze actief beleven is niet de meest populaire, maar wel de meest juiste opdracht.

 

Christ’l Joris – Gemeenschapsvoorzitter Rode Kruis-Vlaanderen