Bloeddonoren laten Francis opnieuw vliegen

Hij is piloot, vader van een dochtertje van één en basejumper. Niets laat vermoeden dat de kwieke man die de deur van zijn woning in Anzegem voor ons opent, tot twee keer toe de diagnose ‘acute leukemie’ kreeg. Dankzij een stamceltransplantatie, een intensieve behandeling en 200 – twééhonderd - zakjes bloed en bloedplaatjes kwam Francis er bovenop. Maar “weer de oude” is hij nog niet.

Francis

"Je zorgt op de ene verdieping van het ziekenhuis voor nieuw leven, terwijl je enkele verdiepingen hoger weer verder gaat met vechten voor je eigen leven. Maar de timing kon niet beter: ik was net genoeg aangesterkt toen Olivia geboren werd."

Bloedkanker

“In de zomer van 2015 was ik opvallend vaak vermoeid. Ik sliep slecht, had last van nachtelijk zweten. Maar je brengt dat natuurlijk niet meteen in verband met een bepaalde ziekte. Tot ik serieuze symmetrische blauwe plekken op mijn benen kreeg en na een grijze, bewolkte dag plots verbrand was nadat ik in de tuin had staan werken. Pas dan besefte ik dat er iets niet klopte …”

En óf er iets niet klopte. De huisarts trok bloed en belde hem de volgende ochtend meteen op. Dat Francis zo snel mogelijk naar spoed moest, want zijn witte bloedcellen stonden dramatisch laag. Op de spoedafdeling van AZ Sint-Jan in Brugge kreeg hij meteen twee zakken bloed en twee zakken bloedplaatjes toegediend, om zijn bloedvolume en bloedwaarden opnieuw op peil te krijgen. “Na een beenmergpunctie volgde onverbiddelijk het zware verdict: ik had acute leukemie. Bloedkanker, zoals ze zeggen.”

“Dat is een bom die aankomt, natuurlijk. Maar ik voelde wel meteen die overlevingsdrang. Iedereen beseft dat leukemie nooit goed is. Maar ik had het ‘geluk’ om de ‘goede leukemie’ te hebben: mijn type leukemie gaf me degelijke kans op overleven. Bij andere types is dat niet altijd het geval…”

Francis ging meteen voor vijf weken het ziekenhuis in, zonder nog naar huis te gaan. Hij zou vier chemosessies van één maand ondergaan: één week lang chemo die zijn ziek beenmerg en witte bloedcellen moest vernietigen. “Daarna zit je in een dal, zoals dat heet: je hebt geen immuunsysteem meer en je blijft in quarantaine, om infecties te voorkomen. Als je bloedwaarden gestabiliseerd zijn, mag je twee weken naar huis, om dan weer terug te keren voor de volgende sessie. Maar die sessies zijn natuurlijk niet zonder enig risico: ik heb twee keer door infecties op intensieve gelegen. Je lichaam kan zich niet meer verweren, omdat je zo verzwakt bent.”

Opnieuw zélf piloot

Na de chemosessies ging Francis’ herstel heel vlot. “Na drie maanden kon ik opnieuw beginnen sporten. Een maandelijkse beenmergpunctie controleerde of de ziekte toch niet aan het terugkeren was. Maar het zag er elke keer goed uit en ik voelde me weer sterker en sterker worden. Na zeven maanden mocht ik weer vliegen. Vergeet niet: ziek worden is één ding, maar je verliest ook je werk, je dagelijkse bezigheid, je algemeen goed-voelen en je inkomen. Vliegen is al van sinds ik een jongetje was mijn grote droom. Dat ik er mijn brood mee kan verdienen, maakt het alleen maar mooier.  Maar vergeet niet dat er tijdens de hospitalisatie heel wat medische kosten bijkomen. Dat maakt het er allemaal niet gemakkelijker op.” En zo werd Francis weer piloot, van zijn vliegtuig én van zijn leven. Na de ontstellende diagnose in augustus 2015, keerde hij in oktober 2016 terug naar zijn cockpit.

Moeder Natuur is een harde tante

Maar in april 2017 sloeg het noodlot opnieuw toe. Het resultaat van de punctie was niet goed.

“Hervallen is zwaarder dan een eerste keer te horen krijgen dat je kanker hebt. Je verliest deels je geloof in de wetenschap – terwijl je zo hoopt een kanshebber te zijn om de ziekte te overleven. Ik was al een jaar in remissie – in theorie zag het er echt goed uit. Als je dan hervalt, besef je: dit komt misschien toch echt helemaal niet goed. Je bent wéér alles kwijt: je job, je gezondheid, je normale leven. En je begint aan datzelfde traject: meteen weer in het ziekenhuis, niet meer naar huis. Helemaal terug naar af. Moeder Natuur is een harde tante.”

“Hervallen is zwaarder dan een eerste keer te horen krijgen dat je kanker hebt. Je verliest je geloof in de wetenschap – terwijl je zo hoopt een kanshebber te zijn om de ziekte te overleven."

Francis

Wat is acute leukemie?

Bij acute leukemie rijpen nieuwe cellen in het bloed niet langer uit tot volwassen cellen. Als gevolg daarvan ontstaat een tekort aan normale volwassen cellen. Daardoor treden er problemen op met het immuunsysteem. Zonder behandeling kunnen acute leukemieën fatuaal zijn. Bij acute leukemie komt het erop aan om de leukemische cellen te vernietigen, zodat het beenmerg opnieuw voldoende normale bloedcellen kan aanmaken. Die vernietiging gebeurt met chemotherapie.

Als chemotherapie niet volstaat, of de patiënt is er te erg door verzwakt, dan kan een stamceltransplantatie nodig zijn om gezonde stamcellen toe te dienen. Die stamcellen kunnen van de patiënt zelf of van een donor komen. Hierdoor kan het lichaam zelf opnieuw voldoende bloed en bloedplaatjes gaan aanmaken.

Al was deze keer de behandeling anders. Francis moest een stamceltransplantatie ondergaan. “Zo konden mijn eigen zieke stamcellen vervangen worden door gezonde stamcellen van een donor, en kon ik op termijn weer zelf bloedcellen en bloedplaatjes aanmaken. Mijn hematoloog was zo attent om me, op het moment dat de diagnose opnieuw gesteld werd, meteen ook te melden dat hij al een donor gevonden had in het Beenmergregister, wiens weefseltype met het mijne overeenkwam. Toegegeven: dat geeft je meteen weer een duwtje, om er opnieuw voor te gaan – hoe moeilijk die eerste momenten na het hervallen ook zijn.”

Enorm vermoeid

Francis bereidde zich voor op de transplantatie. Voorafgaand kreeg hij een maand chemotherapie, waarna hij – als alle bloedwaarden goed zaten – twee weken naar huis kon. “Tijdens die periode moest ik nog twee keer per week langs het ziekenhuis voor controle. Bij zo’n controle vertelde de dokter me dat de donor niet meer beschikbaar was. Hij heeft meteen een andere donor gezocht. Dus het aanvankelijk slechte nieuws werd meteen goed nieuws: er was een nieuwe match… Dus er was nog steeds hoop!”

 “8 augustus 2017 werd ik getransplanteerd. Een week voor de transplantatie onderging ik heel zware chemo en straffe bestraling. Ze zorgen ervoor dat het zieke beenmerg volledig vernietigd wordt. Die bestraling is een total body radiation – elk plekje van je lichaam wordt bestraald. Dat was ongetwijfeld de rotste week uit mijn leven. Enorm misselijk, echt waar. Je beseft dat ze de zwaarste therapieën op je toepassen om je terug gezond te krijgen. Drie keer één uur per dag bestraald worden in een bunker … verschrikkelijk! Om nog maar te zwijgen van al die baxters …”

Tweede strijd en nieuw leven

“Doodgaan is één zaak … maar het ziekenhuis verlaten en verder moeten met een verzwakte gezondheid boezemt ook angst in. Eigenlijk is het zo: na je behandeling in het ziekenhuis begint je tweede strijd. Je moet je plaats in de maatschappij heroveren. Met wat geluk kan je opnieuw je vorige job beoefenen... Maar voor sommigen zou het even goed kunnen betekenen dat je je serieus moet herscholen. Dat is ook niet altijd evident als je gezondheid niet mee wilt.”

Maar ook deze keer krabbelde Francis terug recht. En hoe. Zeven maanden na zijn transplantatie werd zijn dochtertje Olivia geboren. Omdat je van chemotherapie onvruchtbaar wordt, had Francis al bij zijn eerste strijd het nodige gedaan om toch met zijn vriendin voor kinderen te kunnen kiezen.

“Een optie die we na mijn eerste leukemie meteen verzilverd hebben. We beslisten om IVF te proberen en hadden meteen geluk! Het was een ongelooflijke steun tijdens mijn stamceltransplantatie te weten dat we ouders gingen worden. Daar ben ik beslist het meest trots op. Genezen van leukemie doe je jammer genoeg niet met optimisme. Maar zorgen dat er nog een toekomst is in die donkere periodes, daar kon ik wel mijn steentje aan bijdragen.”

“Contradictorisch, hoor. Je zorgt op de ene verdieping van het ziekenhuis voor nieuw leven, terwijl je enkele verdiepingen hoger weer verder gaat met vechten voor dat van jezelf. Maar de timing zat goed: ik was net genoeg aangesterkt toen Olivia geboren werd. En ik had plots een extreem leuke bezigheid, hè!”

De grootste paarden getemd

Het eerste jaar met zijn dochtertje verliep nog voorzichtig: door het zwakke immuunsysteem van Francis mocht Olivia niet naar de crèche. Dan zou ze immers voortdurend virussen en bacteriën doorgeven waartegen Francis nog niet bestand was. Maar ondertussen gaat dat beter en beter. Enkel het driemaandelijkse punctiemoment is elke keer weer spannend. “Ik ben optimist-realist. Natuurlijk ben ik me ervan bewust dat ik kan hervallen. Maar ik laat er mijn leven niet door bepalen. Ik las onlangs een spreuk die ik nooit zal vergeten, omdat er zoveel waarheid in zit: “Zieke mensen vechten om te leven, te veel gezonde mensen vechten mét het leven.” Ongetwijfeld eentje om over na te denken…”

De belangrijkste les die Francis leerde? “Dat we ons te vaak schuldig maken aan tobben over onbelangrijke dingen - luxeproblemen, zeg maar. Het echte geluk zit ‘m in de alledaagse dingen. Vroeger had ik een veel drukker leven; lijnpiloot, vlieginstructeur, basejumpen, reizen… Dat doe ik niet meer. Ik moet veel meer kiezen waarop ik inzet, heb leren doseren in het leven. Een nachtverpleegster vertelde me toen ik voor de allereerste keer opgenomen werd: “Hier temmen we de grootste paarden!” Ik moet haar achteraf gezien toch een beetje gelijk geven.”

Dankzij de goede zorgen van zijn hematologen, de stamceldonor én de 200 zakjes bloed en bloedplaatjes gaat het elke dag een beetje beter met Francis. Daarom schonk hij ook al het geld dat hij en zijn vriendin voor de geboorte van Olivia ontvingen aan de dienst Hematologie van het AZ Sint-Jan. En als alles goed gaat, kan hij in september weer vliegen. “Je wordt uit de maatschappij weggepikt, hè, als je zo zonder job valt. Eens ik terug in dat vliegtuig zit, gaat het weer juist voelen. Ik ga opnieuw Fràncis zijn.”