70 jaar Hiroshima: nucleaire ontwapening blijft noodzaak

Op 6 augustus 1945 viel de allereerste atoombom op de Japanse stad Hiroshima. Het beeld van de enorme lichtflits en ontploffing staat nog steeds op ieders netvlies gebrand. In enkele minuten tijd verloren tienduizenden mensen het leven, anderen leden ondraaglijke pijn als gevolg van de verwondingen die ze opliepen. Drie dagen later, op 9 augustus, onderging Nagasaki hetzelfde lot.

Enkele dagen later beschreef Marcel Junod, afgevaardigde van het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) de situatie ter plekke als ‘huiveringwekkend’:

  • Meer dan 80% van de ziekenhuizen en medische infrastructuur was verwoest of beschadigd.
  • Het ziekenhuis van het Japanse Rode Kruis liep ernstige schade op.
  • 85% van het ziekenhuispersoneel was gewond, het labo was beschadigd en de meeste medicijnen waren besmet door de ontploffing. Van de duizend personen die hulp zochten in het ziekenhuis na die eerste dag, stierven al snel 600 personen

70 jaar later verzorgt Rode Kruis nog steeds slachtoffers

Het Japanse Rode Kruis heeft in haar ziekenhuis in Hiroshima (sinds 1959) en Nagasaki (sinds 1969) al meer dan 2,5 miljoen overlevenden behandeld. Alleen al in het afgelopen jaar werden in deze steden respectievelijk 4.657 en 6.030 slachtoffers behandeld. Heel wat slachtoffers kregen in de jaren na de nucleaire explosies af te rekenen met kanker. In Hiroshima lopen deze cijfers op tot bijna twee derden, in Nagasaki is dat 56%. De meest voorkomende vormen zijn longkanker (20%), maagkanker (18%), leverkanker (14%) en leukemie (8%).

Van de 192.712 nog in leven zijnde slachtoffers werden maar liefst 119.169 mensen direct blootgesteld aan de nucleaire aanvallen, 45.260 werden in de daaropvolgende weken blootgesteld door het getroffen gebied te betreden. 20.939 personen riskeerden blootstelling aan de straling door slachtoffers te helpen of te begraven. 7.351 ongeboren kinderen werden blootgesteld door de locatie of activiteiten van hun ouders.

Rode Kruis roept op tot verbod op nucleaire wapens

Reeds in september 1945 riep het Internationale Rode Kruiscomité op tot een verbod op nucleaire wapens vanwege hun onaanvaardbare humanitaire gevolgen. Een oproep die de Internationale Rode Kruis- en de Rode Halve Maanbeweging tot op de dag van vandaag blijft herhalen. In 2011 nam de Raad van Afgevaardigden van de Beweging een resolutie aan waarin de bezorgdheid wordt uitgedrukt over het onnoemelijk leed dat wordt veroorzaakt door nucleaire wapen én het gebrek aan capaciteit om op een efficiënte manier humanitaire hulp te verlenen. Deze resolutie verklaart bovendien dat het moeilijk is om voor te stellen hoe enig gebruik van nucleaire wapens verenigbaar zou zijn met de regels van het internationaal humanitair recht, en meer bepaald de regels van onderscheid, voorzorg en proportionaliteit.

De resolutie roept alle staten op om te goeder trouw, met spoed en vastberadenheid onderhandelingen na te streven over een verbod op het gebruik van en volledige eliminatie van nucleaire wapens.

Dit zijn – ook nu nog – de gevolgen van een nucleaire ontploffing

  • Mensen in de buurt van een ontploffing sterven onmiddellijk of binnen enkele dagen.
  • Slachtoffers die de aanval overleven dragen acute verwondingen zoals brandwonden en blindheid met zich mee.
  • Op lange termijn lopen overlevenden een groot risico op gezondheidsproblemen:
    • kanker
    • misvormingen bij geboorte
    • genetische afwijkingen
  • Hulpverlening in deze noodsituatie wordt bemoeilijkt door een tekort aan medisch personeel en beschadiging van de infrastructuur.
  • Effecten op ons milieu mogen niet onderschat worden: grote gedeeltes van het land worden voor lange tijd onbewoonbaar en er kan geen voedsel meer geproduceerd worden in deze gebieden.

Een nucleaire explosie zindert met andere woorden lang na!