11 miljoen levens in gevaar door voedselcrisis

41 miljoen mensen verspreid over 13 landen in Zuidelijk Afrika kwijnen momenteel weg door een gebrek aan eten en drinken. 
De voedselcrisis bedreigt effectief het leven van 11 miljoen van deze mensen. Rode Kruisteams in Botwana, Eswatini, Lesotho, Mozambique, Namibië en Zambia schalen hun hulpacties daarom op.

De oorzaken van de voedselcrisis

  • Droogte: het was afgelopen jaar droger dan verwacht en dat zorgde voor een ongezien voedseltekort. Het regenseizoen in de regio valt normaal gezien tussen oktober en april (de meeste locaties krijgen dan meer dan 75% van hun jaarlijkse neerslag), maar westelijke en centrale zones in de regio kenden de voorbije 2 jaar de minste neerslag in 40 jaar. Sinds 2012 kreeg Zuidelijk Afrika slechts 2 goede regenseizoenen. Hierdoor raakt het ook niet hersteld van de impact van de droogte veroorzaakt door El Niño in 2015-2016.
  • Cyclonen en overstromingen: het oostelijk stuk van de regio werd in april en mei van 2019 dan weer getroffen door twee opeenvolgende cyclonen. In maart ging cycloon Idai aan land in Mozambique waar het natuurgeweld 500.000 hectare aan landbouwgrond vernielde. Een maand later werd Mozambique opnieuw getroffen, ditmaal door cycloon Kenneth. Dat was meteen ook de sterkste cycloon die ooit aan land ging op het Afrikaanse continent. Beide cyclonen gingen gepaard met overmatige regenval in zowel Mozambique, Zimbabwe als Malawi.

De droogte gecombineerd met de vernieling door cylonen en overstromingen zorgde voor grote verliezen in de oogst aan het einde van het regenseizoen. De slechte oogsten hebben tot gevolg dat boerenfamilies - die normaal gezien zelfvoorzienend zijn wat hun eten betreft - snel door hun voorraad voedsel heen zijn. Hierdoor worden zij afhankelijk van de voedselprijzen op de markt die dan weer hoger liggen dan normaal gezien de slechte oogst. Zo wordt de toegang tot voedsel steeds moeilijker. Mensen worden hierdoor genoodzaakt om steeds minder te gaan eten of risicovolle beslissingen te nemen om toch aan voedsel te geraken. Velen van hen verkopen bijvoorbeeld dieren uit hun veestapel om toch aan geld te komen, maar verliezen hierdoor dan weer een stuk van hun zelfvoorziening.