Waarom het Rode Kruis praat met gewapende groeperingen

Het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) is een neutrale en onpartijdige humanitaire actor, niet verbonden aan een partij bij een conflict, maar in dialoog met elk van hen. In dat opzicht houdt het ICRC zich bezig met meer dan tweehonderd gewapende groepen. De meeste van deze gewapende groepen zijn partij bij niet-internationale gewapende conflicten, hoewel sommigen opereren in andere situaties van geweld, die onder de drempel van gewapende conflicten vallen.

De dialoog met gewapende groepen wordt nooit uitgevoerd omwille van zichzelf; het is een pragmatisch onderdeel van de algemene strategie van het ICRC om te reageren op humanitaire uitdagingen.

Waarom spreekt het Rode Kruis met gewapende groeperingen?

Bevorderen van de naleving van het internationaal humanitair recht (IHR) en andere relevante normen.

Gewapende groeperingen hebben rechten en verplichtingen op grond van het IHR. Zo kunnen ze in hun hoedanigheid van partijen bij conflicten invloed uitoefenen op de situatie van mensen die zijn getroffen door een gewapend conflict. Het ICRC bespreekt het IHR met dezelfde nadruk bij de gewapende groepen als bij de staten partij bij het conflict.

Een zeer belangrijk doelstelling in deze dialoog is het streven naar een betere bescherming van mensen en objecten die beschermd zijn door het IHR. In het bijzonder worden het principe van onderscheid, het recht van de burgers op toegang tot basisvoorzieningen, inclusief voedsel, water, onderdak en gezondheidszorg, benadrukt. Ook het recht van families om te weten waar hun gedetineerde of anderszins gescheiden familieleden verblijven, zoals tijdens gedwongen verplaatsing, en de verplichting tot het menselijk behandelen van gedetineerden, maakt onderdeel uit van deze dialoog.

Een concreet voorbeeld betreft de dialoog in kader van het project: ‘Gezondheidszorg in gevaar", met meer dan 30 gewapende groeperingen van over heel de wereld die betrokken zijn bij niet-internationale gewapende conflicten. De discussies met deze groepen leidden tot een beter begrip van het fenomeen geweld tegen gezondheidszorg en het helpen identificeren van praktische maatregelen om dit aan te pakken. Een sjabloon van ‘unilaterale verklaring’ die gewapende groepen kunnen gebruiken om hun respect voor de regels van het IHR met betrekking tot de levering van gezondheidszorg te verklaren, werd in dit kader ontwikkeld.

Toegang verkrijgen tot getroffen populaties.

Het doel van de interventies van het Rode Kruis is om personen die niet deelnemen aan de vijandelijkheden te beschermen en hen te helpen indien nodig om zo hun lijden te verzachten. Om toegang te krijgen tot de getroffen populaties moet het ICRC praten met iedereen die een bepaald gebied onder zijn controle heeft. Miljoenen mensen leven in gebieden die worden gecontroleerd door gewapende groepen. Dit is het geval in het Midden-Oosten, maar ook in andere delen van de wereld.

Zo vermeldt het IHR bijvoorbeeld expliciet de rol van het ICRC om zowel krijgsgevangenen als burgers die tijdens internationale gewapende conflicten zijn geïnterneerd te bezoeken. In het geval van niet-internationale gewapende conflicten en andere situaties van geweld heeft het ICRC een initiatiefrecht en doet het zijn uiterste best om mensen te bereiken die worden vastgehouden door welke partij bij een conflict dan ook. Dit omvat het optreden als neutrale tussenpersoon tijdens de vrijlating van vastgehouden personen, zoals het afgelopen jaar het geval was in Nigeria.

Verbeteren van de bescherming van Rode Kruismedewerkers op terrein.
Rode Kruismedewerkers en -vrijwilligers op het terrein worden blootgesteld aan de risico's die inherent zijn aan conflictgebieden. In sommige gevallen worden ze echter rechtstreeks aangevallen. Daarom is het van het grootste belang dat alle partijen bij een gewapend conflict, inclusief gewapende groepen, het mandaat van het Rode Kruis begrijpen en respecteren. Ze moeten begrijpen volgens welke fundamentele principes, in het bijzonder neutraliteit en onpartijdigheid, het Rode Kruis werkt.

Hoe maakt het Rode Kruis contact met gewapende groepen?
Het Rode Kruis is een vrijwilligersorganisatie en is daardoor tot op een zeer lokaal niveau onderdeel van de gemeenschap. Hierdoor heeft het Rode Kruis een nauw  contact met de slachtoffers en actoren van geweld. Het is eerst en vooral via dit operationele oppervlak en de diepgaande ervaringen in lokale contexten dat het Rode Kruis zijn aanpak op een transparante manier opbouwt.

Daarnaast wordt ook uitgebreid gebruik gemaakt van (sociale) media en online platformen zoals YouTube voor het doorgeven van berichten over het IHR en de noodzaak om burgers te beschermen.

Hoe overtuigt het Rode Kruis om het IHR te respecteren?

Sommige gewapende groepen erkennen nationale noch internationale normen. Om hen te overtuigen het IHR te respecteren maakt het Rode Kruis onder andere gebruik van volgende kernboodschappen:

Gewapende groepen zijn gehouden tot het IHR.

Gewapende groepen zijn aan het IHR gebonden, zelfs als ze relevante internationale verdragen niet kunnen ondertekenen en ratificeren. Vermeldenswaardig is dat veel gewapende groepen hun intentie hebben geuit om zich te houden aan het IHR op unilaterale basis of via formele overeenkomsten. Dergelijke verklaringen kunnen over het IHR in het algemeen gaan of toegespitst zijn op specifieke onderwerpen, denk bijvoorbeeld aan de verklaring zoals hierboven vermeld in kader van de regelgeving ter bescherming van de gezondheidszorg.

Het IHR beschermt ook de eigen leden.

Het ICRC herinnert zowel gewapende groepen als de reguliere strijdkrachten van staten dat het IHR bescherming biedt aan de eigen leden, bijvoorbeeld wanneer ze gewond zijn of vastgehouden worden. Zo worden tienduizenden gedetineerde leden van gewapende groeperingen door het ICRC bezocht in detentiecentra met het doel ervoor te zorgen dat zij een passende behandeling en goede detentievoorwaarden krijgen. Verder ontvangen leden van gewapende groepen op regelmatige basis een EHBO-training. Ten derde kunnen gewonde leden van gewapende groepen worden geëvacueerd door het Rode Kruis voor medische verzorging. In veel contexten worden de stoffelijke overblijfselen van leden van gewapende groepen verzameld en afgeleverd aan hun families om respectvolle begrafenissen te garanderen. Natuurlijk wordt dezelfde soort hulp ook geboden aan de strijdkrachten van staten.

Overeenkomsten identificeren met culturele of religieuze normen

Sommige gewapende groepen respecteren ook andere wetten, zoals de sharia, of andere regels of principes die inherent zijn aan hun culturele of religieuze omgeving. In dergelijke gevallen identificeert het ICRC overeenkomsten tussen deze wetten, regels of beginselen en het IHR en zet op basis daarvan een dialoog op.

Duiden van de humanitaire gevolgen.

Sommige gewapende groepen zijn het duidelijk oneens met de IHR-regels of passen ze niet toe. Ook in dergelijke gevallen tracht het ICRC een dialoog te hebben met deze groepen en zal hierin de focus leggen op de humanitaire gevolgen van hun daden.

Mag een hulporganisatie praten met gewapende groepen?

Veel landen staan ​​hulporganisaties niet toe om te communiceren met gewapende groepen, bijvoorbeeld omdat ze beschouwd worden als terroristen. Het Rode Kruis vormt hier echter een uitzondering op. Voor het ICRC is neutrale, onpartijdige en onafhankelijke humanitaire hulp absoluut noodzakelijk om de situatie van slachtoffers van gewapende conflicten te verbeteren.

Het ontstaan van het IHR is nauw verweven met het ontstaan van het Rode Kruis. Het Rode Kruis wordt dan ook beschouwd als de hoeder van het internationaal humanitair recht, waarbij haar mandaat wordt erkend door staten in de Verdragen van Genève van 1949, de Aanvullende Protocollen van 1977, de Statuten van de Beweging en nationale wetgevingen. Dit onderscheidt het Rode Kruis van andere hulporganisaties. De benadering van het Rode Kruis, bilaterale en confidentiële dialogen met alle partijen bij een conflict, wordt erkend en gerespecteerd door de autoriteiten in de landen waarin het Rode Kruis actief is.

Het Rode Kruis is ervan overtuigd dat externe actoren het gedrag van strijdkrachten en gewapende groeperingen kunnen beïnvloeden. Het criminaliseren van contacten met gewapende groeperingen op terroristische lijsten kan dan ook een negatieve impact hebben op het respect voor humanitaire waarden. 

Meer artikels van deze expert