Rode Kruis-Vlaanderen waarschuwt voor verwarring tussen ‘verenigingswerk’ en ‘vrijwilligerswerk’
Laten we beginnen met het goede nieuws: het aanpakken van de grijze zone tussen ‘vrijwilligerswerk’ en reguliere arbeid, daar kan niemand echt iets op tegen hebben. De beleidsmakers willen een aangepast sociaal en fiscaal statuut ontwikkelen voor engagementen die niet tot het vrijwilligerswerk behoren, maar ook niet tot de reguliere arbeid. Het meest genoemde voorbeeld is ‘trainer bij een sportclub’.
Het voorstel is om sommige kleine klusjes die vandaag ‘in het zwart’ gebeuren, vanaf 1 januari 2018 wel ‘in het wit’ én onbelast mogelijk te maken voor maximum 500 euro per maand en voor maximum 6.000 euro per jaar. De overheid noemt dit ‘bijklussen’, wat op drie manieren mogelijk is: via verenigingswerk, via occasionele diensten tussen burgers, en via erkende platformen van deeleconomie.
Rode Kruis-Vlaanderen, de grootste Vlaamse vrijwilligersorganisatie, is bekommerd over het aspect ‘verenigingswerk’ in dit dossier. (We mengen ons dus niet in het debat over diensten tussen burgers en ‘deelplatformen’.) We zijn bekommerd om meerdere redenen:
Onduidelijke terminologie
Het is essentieel om verenigingswerk en vrijwilligerswerk duidelijker van elkaar te onderscheiden. In de huidige ontwerpteksten worden beide statuten al te vaak onvoorzichtig op één hoopje gegooid. We lezen zelfs dat de statuten van vrijwilliger en verenigingswerker in bepaalde situaties verwisselbaar zijn in functie van wat het voordeligste is: Dit is ronduit verwarrend voor alle betrokkenen!
Voor alle duidelijkheid: vrijwilligerswerk bestaat uit onbaatzuchtig engagement waarvoor je enkel onkostenvergoedingen kan krijgen, maar niet voor je tijd betaald wordt. Verenigingswerk is bijklussen tegen betaling. Simpel zou je denken. Neen dus. Want in de lijst van activiteiten die binnen het betaalde verenigingswerk mogelijk zijn, staan meerdere activiteiten die vandaag door vrijwilligers worden uitgevoerd.
We noemen enkele punten die bij Rode Kruis-Vlaanderen alvast vragen oproepen:
- ‘Persoon die actief is binnen de jeugdbeweging’: vallen hier alle jeugdleiders van Jeugd Rode Kruis onder – of enkel mensen die af en toe eens klusjes komen uitvoeren in het lokaal van de jeugdwerking?
- ‘Begeleider van activiteiten op school’: vallen hier de honderden Brugfiguren onder die aan huiswerkbegeleiding doen voor kwetsbare kinderen – of niet?
- ‘Verstrekker van opleidingen’: vallen daar onze vrijwillige lesgevers onder die gratis eerstehulpopleidingen voorzien voor de bevolking – of niet?
- ‘Ondersteuning bieden in rust- en verzorgingstehuizen en centra voor personen met een handicap’: vallen daar de 900 Rode Kruisvrijwilligers onder die met een warm hart de Zorgbib verzorgen in die instellingen - of niet?
Die lijst kan zorgen voor onbegrip en verontwaardiging bij sommige vrijwilligers, die moeilijk zullen begrijpen waarom sommigen wél financieel vergoed worden voor activiteiten die zij al jaren onbezoldigd uitvoeren.
Vergoeding: kan maar moet niet?!
Elders in de ontwerpteksten worden bij verenigingswerk als voorbeelden ‘onthaalvrijwilliger’, ‘logistiek vrijwilliger’ en ‘administratief vrijwilliger’ genoemd. Dit zijn voor ons echter voorbeelden van ‘puur vrijwilligerswerk’. Denk maar aan de ongeveer 250 lokale Rode Kruisafdelingen, waar bijvoorbeeld vrijwillige secretarissen instaan voor de administratie. Wat de verwarring helemaal compleet maakt, is dat ‘verenigingswerk’ vergoed kàn worden, maar niet vergoed móet worden.
Betaling is met andere woorden niet verplicht. Dus verenigingswerk is ook gratis mogelijk? Hoe kan je dan nog onderscheid maken tussen onbezoldigd verenigingswerk en (eveneens onbezoldigd) vrijwilligerswerk? De twee statuten houden nochtans verschillende rechten en plichten in. Dit moet dringend uitgeklaard worden. Bovendien blijft het vaag of cumulatie tussen vrijwilligerswerk en verenigingswerk in dezelfde organisatie nu wel of niet mogelijk zal zijn, en onder welke voorwaarden.
Wij vinden het onverstandig om binnen éénzelfde activiteit binnen één organisatie te goochelen met combinaties van meerdere statuten, wat – alweer – alleen maar verwarring kan veroorzaken.
Gevaar voor sluipende commercialisering van het vrijwilligerswerk
Een Rode Kruisvrijwilliger wordt financieel niet vergoed voor de ingezette tijd. Dat is ook zo bepaald in de Vrijwilligerswet. De spraakverwarring over betaling, grijze zones en de suggestie van zwartwerk creëert het risico dat gemotiveerde vrijwilligers hun motivatie verliezen, en dat geïnteresseerde kandidaat-vrijwilligers afhaken. Dit scenario willen we uiteraard vermijden. Onze vrijwilligers zijn stuk voor stuk onmisbaar om de missie van Rode Kruis-Vlaanderen te vervullen op het gebied van rampenbestrijding, zelfredzaamheid, bloedvoorziening en zorg voor kwetsbaren.
Een nog erger scenario is ook mogelijk: het huidige vrijwilligersstatuut, waarin mensen bewust kiezen om niet betaald te worden, dat plaats moet ruimen voor een soort commerciëel vrijwilligerswerk. Men kan zich dan vragen stellen over de ware beweegreden van dit soort vrijwilligerschap.
Vraag tot uitstel om beter overleg mogelijk te maken
Rode Kruis-Vlaanderen vraagt daarom om de invoering van dit statuut niet overhaast uit te rollen vanaf 1 januari 2018 voor alle sectoren. Onbaatzuchtig vrijwilligerswerk ondoordacht vervangen door bezoldigde activiteiten kan eenvoudig weg niet omdat je dan raakt aan de essentie van het vrijwilligerschap: namelijk er geen vergoeding voor wíllen. De betrokken sectoren – met uitzondering van de sportsector – werden trouwens niet gehoord bij het ontwikkelen van de lijst met activiteiten van verenigingswerk.
Met de dag van de vrijwilliger in het vooruitzicht willen we alle vrijwilligers waarderen, en niet verwarren.
Meer artikels van deze expert