People on war: grootschalige enquête over de gedragingen in oorlog

Tussen juni en september 2016 zijn meer dan 17.000 personen in 16 landen bevraagd over aan oorlog gerelateerde vragen en stellingen. Een deel van de vragen die aan bod kwamen, zijn hernomen uit de People on War enquête die bijna 20 jaar geleden (in 1999) is uitgevoerd. Hierdoor is gedeeltelijke vergelijking over de tijd heen mogelijk.

Landen getroffen door gewapend conflict zoals Afghanistan, Irak, Nigeria, Zuid-Soedan, Israël, Palestina, Jemen, Colombia en Oekraïne namen deel aan de enquête. Zwitserland en de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties vormen de overige deelnemende landen.

Verontrustend en toch geruststellend

De bevindingen van de enquête zijn zowel verontrustend als geruststellend. Zo toont de enquête aan dat een groeiend aantal personen zich neerlegt bij het feit dat de dood van burgers een onvermijdelijk onderdeel is van oorlog. De effectiviteit van de Verdragen van Genève van 1949 en de Aanvullende Protocollen van 1977 wordt meer dan ooit in vraag gesteld.

Anderzijds geeft meer dan twee derde van de respondenten aan dat het nog steeds zinvol is om beperkingen op te leggen bij gewapende conflicten. In de gebieden waar er momenteel gewapende conflicten plaatsvinden, geeft 49% van de respondenten aan dat deze Verdragen en Protocollen voorkomen dat oorlogen erger worden.

Enkele cijfers

Geweld tegen medisch personeel, medische faciliteiten en transportmiddelen is onaanvaardbaar en iedereen heeft recht op medische verzorging. Dit wordt bevestigd door de volgende cijfers:  

 

Sinds de vorige enquête in 1999 is er een verschuiving merkbaar in de publieke opinie in verband met foltering. Twee derde van alle ondervraagden dit jaar bevestigen dat foltering onaanvaardbaar is. Wanneer men echter specifiek bevraagt of een gevangen genomen vijandelijke strijder gefolterd kan worden, dan zijn er sinds de vorige enquête minder mensen die hier negatief op antwoorden. Bijkomend is er een stijging op te merken in het aantal personen die aangeven het antwoord niet te weten of hier niet op wensen te antwoorden.

Twee derde van de respondenten is van mening dat burgers minder genoodzaakt zijn om te vluchten wanneer de regels van het internationaal humanitair recht beter gerespecteerd zouden worden. 50% van de respondenten geeft aan dat ze meer betrokkenheid wensen van hun land inzake humanitaire hulpverlening voor personen op de vlucht ten gevolge van gewapende conflicten. Een groot contrast is merkbaar tussen de antwoorden van de personen in door gewapend conflict getroffen gebieden enerzijds, waar 79% deze mening deelt, en Zwitserland en de vijf permanente leden anderzijds, waar slechts 46% dit standpunt inneemt.

Zes op tien is van mening dat het aanvallen van vijandelijke strijders in dichtbevolkte gebieden, wetende dat hierbij veel nevenschade onvermijdelijk is, onaanvaardbaar is. Dit is een daling met 10% ten aanzien van de enquête in 1999. Een sterk contrast is ook hierbij merkbaar tussen de antwoorden van de personen in door gewapend conflict getroffen gebieden enerzijds, waar 80% deze mening deelt en Zwitserland en de vijf permanente leden anderzijds, waar slechts 50% deze mening deelt.

Actiepunten

Het rapport van de enquête spoort aan tot enkele actiepunten:

  • Alle partijen bij een gewapend conflict, inclusief niet-statelijke gewapende actoren, worden herinnerd aan hun verplichtingen onder het internationaal humanitair recht, tot het respecteren en doen respecteren van de menselijke waardigheid. Ondersteuning aan een partij bij een conflict zou moeten afhangen van haar naleving van het internationaal humanitair recht.

  • Staten en gewapende groepen moeten een grotere politieke wil tonen om het respect voor het internationaal humanitair recht te versterken.

  • Het weigeren van medische verzorging aan gewonden en zieken is een schending van het internationaal humanitair recht. Alle partijen bij een gewapend conflict moeten zich bewust zijn van de gevolgen van gedragingen tijdens het conflict op het herstel van de gemeenschap eens het gewapend conflict beëindigd is.

  • Foltering is verboden onder alle omstandigheden. Foltering is een belediging voor de mensheid en maakt onze maatschappij niet veiliger. Diegene die folteren moeten vervolgd en gesanctioneerd worden.

     

     

'Het internationaal humanitair recht legt beperkingen op aan gewapende conflicten. Gewapende conflicten zonder beperkingen zijn gewapende conflicten zonder einde. En gewapende conflicten zonder einde, betekent eindeloos lijden. We moeten onszelf nooit toestaan om gevoelloos te worden voor menselijk lijden.’ (Peter Maurer, ICRC voorzitter)

Meer artikels van deze expert