Internationaal humanitair recht, regels in beweging

‘Gewapende groepen willen het  internationaal humanitair recht niet naleven.’

‘Schendingen rijzen de pan uit.’

‘Bestraffing van oorlogsmisdaden gebeurt amper.’

Dit zijn maar enkele zinnen die in combinatie met de term internationaal humanitair recht (IHR) voorkomen.

Er bestaat echter geen enkele rechtstak die voor 100% wordt nageleefd. Het IHR is wat dat betreft geen uitzondering. We maken echter niet de redenering dat omdat er af en toe mensen door het rood licht rijden, we de verkeersregels dan maar moeten afschaffen. Voor IHR zou een dergelijke redenering ook te kort door de bocht zijn.

De impact van de media, die als taak heeft bepaalde zaken onder de aandacht te brengen, mag ook niet onderschat worden. Zij brengen in hoofdzaak de mogelijke schendingen in beeld en niet de positieve voorbeelden van naleving. Dit is niet verkeerd, maar mag bij het vormen van een mening niet uit het oog worden verloren.

Impulsen tot naleving

Er zijn verschillende positieve impulsen om het recht na te leven. Het wederkerigheidsmechanisme is een eerste argument tot naleving.  De kans op naleving door de tegenpartij is veel groter als je zelf de regels ook naleeft. Wederkerigheid is geen principe en mag dus door partijen niet als excuus gebruikt worden om het recht niet na te leven.

De naleving van het IHR kan een militair voordeel tot gevolg hebben, en een schending van het IHR kan een militair nadeel tot gevolg hebben. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van explosieve wapens in een ziekenhuis. De vernietiging van een medische faciliteit kan tot gevolg hebben dat strijders van de eigen partij niet over de nodige verzorging kunnen beschikken en als gevolg daarvan definitief buiten strijd zijn.

Verder mag de publieke opinie niet worden onderschat. De berichtgeving van mogelijke schendingen komt het imago van een partij in een conflict niet ten goede. De steun krijgen van de internationale gemeenschap kan de positie als strijdende partij in een conflict versterken.

Wanneer een gewapend conflict stopt, dienen de partijen rond de tafel te gaan zitten. Deze vredesonderhandelingen kennen een beter vertrekpunt wanneer er geen schendingen van het internationaal humanitair recht zich hebben voorgedaan.

Tenslotte, sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog kent de bestraffing van schendingen van IHR een enorme evolutie. Er is een evolutie van een verantwoordelijkheid van de staat naar een individuele verantwoordelijkheid. Een evolutie van bestraffing door enkel nationale rechtbanken, naar de oprichting van ad hoc tribunalen en het Internationaal Strafhof. Ook deze evolutie kunnen we als een impuls tot naleving beschouwen. Niet alleen spelen deze rechtbanken een rol inzake de afdwingbaarheid van internationaal humanitair recht, maar hun rechtspraak is ook een bron van verduidelijking van de rechtsregels.

Verspreiding

Geen enkele rechtstak is perfect, een oefenruimte waar je eerst rechtsregels kan uittesten bestaat er immers niet, maar zorgt er niet voor dat het recht nog ontoepasbaar is. Het Internationale Rode Kruiscomité, samen met andere hulporganisaties, is op basis van het IHR in staat tot het afleveren van hulpgoederen aan personen die niet of niet meer deelnemen aan de vijandelijkheden. Daarnaast legt IHR een beperking op van middelen en methoden van oorlogsvoering die onnodig leed veroorzaken.

Het verspreiden van kennis over IHR is een noodzaak voor een goede naleving en afdwingbaarheid van deze rechtstak. Deze taak is in hoofdzaak weggelegd voor het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC), de nationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen en de staten zelf.

De staten dragen in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van naleving van IHR. Gemeenschappelijk artikel 1 van de Verdragen van Genève stelt dat “De Hoge Verdragsluitende Partijen verbinden zich dit Verdrag onder alle omstandigheden te eerbiedigen en te doen eerbiedigen.” Dit kunnen ze doen door opleidingen te voorzien voor het militair personeel, het aanstellen van juridische adviseurs bij de strijdmacht, etc. of door repressief in het strafrecht bepalingen op te nemen die inbreuken op de verdragen voorkomen en bestraffen.  

Het Belgische Rode Kruis ondersteunt hierin de Belgische overheid door enerzijds vormingen te geven en te organiseren, en door anderzijds deel te nemen aan de vergaderingen van de Interministeriële Commissie voor Humanitair Recht. Deze Commissie is een adviesorgaan van de regering op het vlak van de toepassing en de ontwikkeling van het  internationaal humanitair recht.  

Het mandaat van het Internationale Rode Kruiscomité verwijst ook naar de sensibiliserende rol inzake internationaal humanitair recht. Het ICRC organiseert vormingen, creëert overlegfora en geeft advies aan staten inzake nationale implementatie. Verder gaat het ICRC in dialoog met de partijen betrokken bij een gewapend conflict en duidt hen op hun rechten en verplichtingen onder het internationaal humanitair recht.

Er kunnen nog vele stappen genomen worden op vlak van verspreiding en naleving van het internationaal humanitair recht. Verder moet deze rechtstak leren omgaan met actuele uitdagingen zoals onder andere de opkomst van nieuwe technologische wapens, cyber-oorlog en oorlogsvoering in dichtbevolkte gebieden. De regels zijn in beweging!

Belangrijk is om te onthouden dat internationaal humanitair recht het ‘menselijke’ aspect bewaart in oorlogen, en daarom alleen al niet nutteloos is.

Ook in oorlog zijn er regels!

Meer artikels van deze expert