Het Nucleaire Verbodsverdrag en het Non-Proliferatieverdrag: het ene sluit het andere niet uit

2 jaar geleden vond in New York een historisch moment plaats. Op 7 juli 2017 stemden 122 staten voor de aanname van een verdrag dat nucleaire wapens volledig verbiedt, het zogenaamde Treaty on the Prohibition of Nuclear Weapons (TPNW) of het Nucleaire Verbodsverdrag.

Naar aanleiding van deze verjaardag zetten we hieronder enkele inzichten uiteen over de relatie tussen het Non-Proliferatieverdrag van 1968 (NPT) en het TPNW.

Nucleaire wapens en het Rode Kruis

Sinds 1945 pleit de Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging ervoor om nucleaire wapens volledig te elimineren. Intussen zijn er tal van initiatieven genomen die streven naar een wereld zonder nucleaire wapens. Desondanks is het risico dat nucleaire wapens – opzettelijk of per ongeluk - gebruikt zullen worden vandaag groter dan ooit.

De belangrijkste redenen waarom het Rode Kruis oproept tot het verbieden en elimineren van deze wapens zijn:

  • de catastrofale gevolgen die het gebruik van nucleaire wapens met zich mee brengen, zowel de onmiddellijke als lange termijn gevolgen op mensen, gemeenschappen, gezondheid en de natuur;
  • het gebrek aan een toereikende hulpverlening om bijstand te verleden aan slachtoffers bij gebruik van nucleaire wapens;
  • en de onverenigbaarheid van het gebruik van deze wapens met het internationaal humanitair recht.

Het Non-Proliferatieverdrag (NPT)

Het Non-Proliferatieverdrag (1968), officieel het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens, is een verdrag dat het bezit van kernwapens beperkt. Dit verdrag verbiedt partijen, die nog geen nucleaire wapens in hun bezit hebben, om zulke wapens te ontwikkelen of te verkrijgen. Staten die al nucleaire wapens bezitten op het moment dat zij toetreden tot het NPT mogen hun kernwapens behouden, maar zij mogen hun wapens in geen geval overdragen aan andere Staten, of andere Staten helpen bij de ontwikkeling van eigen nucleaire wapens. Het NPT werd al geratificeerd door 191 staten en wordt door velen beschouwd als de hoeksteen voor het nucleaire ontwapenings- en non-proliferatiebeleid.

Het Nucleaire Verbodsverdrag (TPNW)

Het Nucleaire Verbodsverdrag (TPNW) is het eerste verdrag dat nucleaire wapens – het gebruik, het ontwikkelen, het bezit, de overdracht – absoluut en volledig verbiedt. Het TPNW erkent dat het gebruik van nucleaire wapens afschuwelijke humanitaire gevolgen zou hebben en verwijst naar de regels van het internationaal humanitair recht. Het TPNW treedt in werking op het moment dat minstens 50 staten het Verdrag hebben geratificeerd. Tot nu toe hebben 23 landen het verdrag geratificeerd en 70 landen het verdrag ondertekend. De volgende ondertekeningsceremonie zal plaatsvinden op 26 september 2019.

De impact van TPNW op het Non-Proliferatieverdrag

Het TPNW bevestigt expliciet dat een ‘volledige en effectieve implementatie’ van het Non-Proliferatieverdrag een ‘essentiële rol heeft in het promoten van internationale vrede en veiligheid’. Toch bestaan er wat punten van kritiek op de impact van het verbodsverdrag en op de relatie tussen het TPNW en het Non-Proliferatieverdrag.

‘Het TPNW doet afbreuk aan het NPT’

Het Rode Kruis is van mening dat het TPNW de nucleaire ontwapenings- en non-proliferatiedoelen van het Non-Proliferatieverdrag verder aanvult en ondersteunt. Het TPNW voorziet immers een duidelijk en uitgebreid verbod op nucleaire wapens, wat ook de proliferatie  van deze wapens verder ontmoedigd.

Een goed voorbeeld is ook artikel VI van het NPT dat de verdragsstaten verplicht om te onderhandelen en zo effectieve maatregelen uit te werken met het oog op nucleaire ontwapening. Het TPNW zet een eerste concrete stap in de volledige en effectieve implementatie van dit artikel. Het Rode Kruis meent dan ook dat de verdragen complementair zijn aan elkaar.

‘Het is een zwakheid dat het TPNW geen specifieke ‘safeguards’-verplichtingen voorschrijft

Safeguards’ zijn technische maatregelen die gericht zijn op het verzekeren dat Staten nucleair materiaal en technologie enkel gebruiken voor vredevolle doeleinden en ter bevestiging dat deze niet misbruikt worden of aangewend worden voor nucleaire wapens activiteiten. Voorbeelden van zulke verificatiemaatregelen door het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) zijn inspecties ter plaatse, en voortdurende monitoring en evaluatie van de verdragsstaten. Onder het NPT bestaan twee types van safeguards overeenkomsten:

  • de Comprehensive Safeguards Agreements (CSA), die verplicht is voor alle niet-nucleaire wapen staten partij bij het NPT
  • het Aanvullende Protocol, die staten vrijwillig kunnen aanvaarden.

Het TPNW verplicht Staten inderdaad niet om een verificatie overeenkomst te sluiten voordat ze tot het verdrag toetreden. Dit wordt beschouwd als een zwak punt van het verdrag. Echter, deze zogenaamde zwakheid bestaat evengoed onder het Non-Proliferatieverdrag. Net als het TPNW, verplicht NPT Staten immers enkel een CSA te sluiten na toetreding tot het verdrag. Ook het Aanvullende Protocol en de daarbij horende maatregelen zijn optioneel.

Het TPNW voorziet dat de staten partij bij het verdrag verificatieovereenkomsten afsluiten met staten die nucleaire wapens bezitten. Daarnaast vermeld het verdrag andere maatregelen voor een “verifieerbare, tijdsgebonden en onomkeerbare eliminatie van nucleaire wapenprogramma’s”, inclusief aanvullende protocollen.

‘De verplichtingen qua naleving voor de verschillende staten is te verdeeld’

Het TPNW voorziet verschillende verplichtingen qua naleving naargelang verdragsstaten al dan niet kernwapens bezitten. Als verdragsstaten nucleaire wapens bezitten, wordt er verder een onderscheid gemaakt tussen de staten die deze wapens vernietigen alvorens tot het verdrag toe te treden, dan wel hun kernwapens vernietigen na de toetreding. Hierdoor wordt gevreesd dat de naleving van het nucleaire verbodsverdrag te verschillend is. Het TPNW zou de eenheid die noodzakelijk is om het absolute doel van volledige nucleaire ontwapening te bereiken, ondermijnen.

Het Rode Kruis is echter van mening dat het TPNW op deze manier de flexibiliteit biedt die noodzakelijk is om te beantwoorden aan de realiteit op het gebied van nucleaire wapens. Immers, tussen de staten onderling bestaan er enorme verschillen.

Volgens het Rode Kruis deelt het TPNW dan ook het doel van het NPT om tot een wereld zonder nucleaire wapens te komen in het licht van hun onaanvaardbare humanitaire gevolgen. 

Dit artikel werd mede geschreven door stagiaire IHR, Aurélie Van Baelen.

Meer artikels van deze expert