Een overzicht van het wapenlandschap in 2017
2017 was een jaar van hoop en mijlpalen in de richting van een wereld waarin de hoge menselijke kost door oorlogsvoering gereduceerd wordt. Zo erkenden staten het belang van verschillende internationale verdragen door toe te treden. Enkele voorbeelden: Sri Lanka en Palestina traden toe tot het Verdrag inzake antipersoonsmijnen, Afghanistan werd partij bij het Verdrag inzake conventionele wapens en Samoa ratificeerde het Verdrag inzake biologische wapens. Verder werden nieuwe stappen gezet in de richting van een wereld zonder massavernietigingswapens. Dit door de intense en constructieve samenwerking van verschillende spelers op het wereldtoneel zoals de internationale gemeenschap, regeringen, internationale organisaties en burgerinitiatieven zoals de met een Nobelprijs bekroonde ‘Internationale Campagne ter afschaffing van Nucleaire wapens’ (ICAN).
Toch dienen we voor nog vele uitdagingen een oplossing te vinden. Zo worden we tot op de dag van vandaag nog steeds geconfronteerd met een nucleaire dreiging en werden er in de afgelopen jaren meermaals incidenten vastgesteld met chemische wapens. De impact van ‘cyber oorlogsvoering’ mag niet onderschat worden en nieuwe technologieën brengen nieuwe problemen en uitdagingen met zich mee. We gaan hieronder in op enkele van deze onderwerpen.
I. Nucleaire Wapens
Het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) verwelkomt de goedkeuring van het Verdrag over het verbod op Nucleaire Wapens (TPNW) door 122 staten op 7 juli 2017. Het verdrag erkent de onaanvaardbare humanitaire gevolgen van nucleaire wapens en verbiedt het gebruik op basis van het internationaal humanitair recht. Daarnaast geeft het gevolg aan de naleving van het cruciale artikel 6 van het Non-Proliferatie verdrag (NPT). Ook staten die momenteel nog nucleaire wapens hebben worden aangesproken om de nodige stappen te nemen opdat ook zij zouden toetreden.
II. Chemische Wapens
De Chemische Wapens Conventie (CWC) vierde in 2017 zijn 20ste verjaardag. Uitgezonderd Egypte, Israël, Noord-Korea en Zuid-Soedan, zijn alle staten partij bij dit verdrag wat als een enorm succes kan worden beschouwd. Vandaag de dag zijn 95% van alle gekende voorraden van chemische wapens vernietigd, wat ons een stap dichter brengt bij het bereiken van de CWC-doelstelling, zijnde een wereld zonder deze wapens. Het absolute verbod op het gebruik van chemische wapens wordt beschouwd als een regel van internationaal humanitair gewoonterecht. Deze erkenning als gewoonterecht maakt het verbod bindend voor iedereen, ongeacht of men partij is bij het Verdrag. Algemeen genomen worden de regels zoals vervat in het CWC gerespecteerd. Toch zien we in de huidige conflicten in Irak en Syrië dat het gebruik van chemische wapens terug de kop op steekt. Het is in deze context dan ook cruciaal dat de internationale gemeenschap hierop reageert en respect voor het internationaal recht afdwingt.
III. Wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen
De ontwikkeling van nieuwe technologieën is een tweesnijdend zwaard. Enerzijds kunnen deze technologieën een positieve vooruitgang betekenen voor de ‘mensheid’, maar anderzijds brengt het nieuwe en onvoorspelbare uitdagingen met zich mee op vlak van oorlogsvoering. Nieuwe wapens moeten in staat zijn om te werken in overeenstemming met het IHR.
De voorbije jaren werd door experts en staten reeds gediscussieerd over zowel de juridische, ethische als humanitaire gevolgen van het gebruik van autonome wapens. Het gebruik van autonome wapens kan voor militairen een risicovermindering inhouden, anderzijds zijn er een aantal ontwikkelingen waardoor autonome wapens minder voorspelbaar worden. Een voorbeeld: toegenomen aanpasbaarheid, zoals wapensystemen die hun eigen doelen stellen of hun functioneren aanpassen aan de omgeving of zelf eigen leeralgoritmen toepassen. Volgens een meerderheidsvisie is het dan ook cruciaal dat menselijke controle behouden blijft.
De voorbije jaren is gebleken hoe kwetsbaar computersystemen zijn voor cyberaanvallen. Tot op heden hebben cyberaanvallen nog geen grootschalige humanitaire gevolgen veroorzaakt, maar herinneren ze ons er wel aan dat cyberaanvallen een enorme impact kunnen hebben op kerncentrales en essentiële burgerlijke infrastructuur zoals elektriciteitsnetwerken en medische faciliteiten. Dergelijke netwerken zijn vaak ook met elkaar verbonden waarbij de vraag naar niet-onderscheidende aanvallen naar boven komt.
Het ICRC betreurt dat de werkgroep, die in de schoot van de Verenigde Naties is opgericht in het domein van wereldwijde cyberveiligheid (global cybersecurity), afgelopen juni niet tot een consensus kwam over het eindrapport van hun vijfde meeting. Het ICRC roept op om de debatten over dit onderwerp verder te zetten met het oog op een gemeenschappelijke visie ter bescherming van burgers in overeenstemming met de regels van het humanitair recht.
IV. Conventionele wapens
Het merendeel van het menselijk leed in conflictsituaties wordt nog steeds veroorzaakt door conventionele wapens. Hierbij dient aandacht gegeven te worden aan twee specifieke kwesties in het bijzonder: 1) de wapenhandel en 2) het gebruik van explosieve wapens in dichtbevolkte gebieden.
Verantwoorde wapenhandel is cruciaal in dit tijdperk van veelvuldige willekeurige aanvallen op burgers, ziekenhuizen en hulpverleners. Het is aan wapen-leverende staten om hier op een weloverwogen manier mee om te gaan en om deze handel te stoppen wanneer duidelijk wordt dat internationale regels worden geschonden door een der partijen. Het Wapenhandelsverdrag (ATT) is de basis voor stappen in de richting van het verminderen van menselijke leed. Het ICRC roept dan ook op dat alle staten dit verdrag ondertekenen en respecteren. Daarnaast dringt het aan om de verplichtingen waartoe men zich heeft verbonden, zoals bijvoorbeeld in het ‘UN Programme of Action on Small Arms and Light Weapons’, te respecteren.
Steden en dichtbevolkte gebieden vormen het strijdtoneel van huidige conflicten, waarbij de impact op de burgerbevolking enorm is door het gebruik van explosieve wapens. Het is dan ook aan alle partijen bij conflicten om hun oorlogsstrategieën te revalueren en aan te passen. Het gebruik van explosieven in deze gebieden heeft niet enkel doden en gewonden tot gevolg, maar heeft ook een impact op burgerinfrastructuren zoals onder andere waterzuiveringsinstallaties en medische voorzieningen. Verder wordt deze manier van oorlogsvoering vaak een niet-onderscheidend karakter verweten. Zowel het ICRC als de VN Secretaris-Generaal dringen dan ook aan om deze manier van oorlogsvoering te vermijden.
V. Anti-persoonsmijnen
Het ‘Verdrag inzake het verbod op het gebruik, de opslag, de productie en de overdracht van antipersoonsmijnen en inzake de vernietiging ervan’ vierde in 2017 ook zijn 20ste verjaardag. 164 staten zijn op dit moment partij bij het verdrag en 51 miljoen mijnen zijn in de loop van de voorbije jaren vernietigd. Het ICRC maakt zich desondanks zorgen over rapporten waaruit blijkt dat de laatste jaren het aantal nieuwe slachtoffers van mijnen terug stijgt en dat dit soort wapens terug worden aangewend door staten die geen partij zijn bij het verdrag en door niet-statelijke actoren. Dit is onaanvaardbaar.
Toch toont ook deze conventie dat vastberaden leiderschap en samenwerking tussen staten, burgerinitiatieven en het Internationaal Rode Kruis en de Rode Halve Maanbeweging een succesvol antwoord kunnen bieden op humanitaire catastrofes veroorzaakt door volgens het IHR onaanvaardbare wapens.
Dit IHR-bericht is geïnspireerd op een verklaring van het ICRC tijdens de 72ste sessie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en werd mede geschreven door stagiaire IHR Clara Lambrey.
Meer artikels van deze expert