Colombia: verplichting tot naleving van het humanitair recht na mogelijk vredesakkoord

Het Internationaal Rode Kruiscomité (ICRC) bracht een rapport uit met het aantal humanitaire interventies die ze het afgelopen jaar hebben uitgevoerd in Colombia. Meer dan 230.000 personen ontvingen in 2014 hulp van het ICRC. Onder hen bevonden zich 13.000 ontheemde personen die voedsel, hygiënekits en andere noodzakelijke hulpmiddelen verkregen, 655 personen werden naar een veiliger onderkomen gebracht en 220 families kregen hulp bij de zoektocht naar hun verloren gewaande familieleden.

Naleving van het internationaal humanitair recht

Het Internationale Rode Kruiscomité heeft het afgelopen jaar 875 vermeende schendingen van het internationaal humanitair recht genoteerd tegen de Colombiaanse burgerbevolking. Men benadrukt dat zelfs na een mogelijk vredesakkoord het internationaal humanitair recht van toepassing blijft. Zo blijven de betrokken partijen gehouden tot het verschaffen van informatie over vermisten en ook de regels over de levensomstandigheden in gevangenschap in het kader van het conflict dienen nageleefd te worden.

Tracing

Families hebben het recht om het lot van hun geliefden te kennen. Elke partij bij het conflict draagt de verplichting om informatie te bezorgen aan de familieleden van de vermisten en om familiehereniging te promoten. Specifieke regels zijn van toepassing wanneer het gaat om personen die gevangen genomen of gehospitaliseerd zijn. Dergelijke informatie dient door de bevoegde autoriteiten zo snel als mogelijk aan de families worden meegedeeld. De getroffen personen hebben ook het recht om met hun familieleden te communiceren.

Explosieve oorlogsresten

Onder explosieve oorlogsresten verstaat men een uitgebreide waaier van zowel onontplofte of achtergelaten explosieve munitie: artilleriegranaten, handgranaten, mortiergranaten, raketten andere vormen van explosief
geschut.

Explosieve oorlogsresten vormen een ernstig humanitair probleem in postconflictsituaties. Deze oorlogsresten liggen vaak in gebieden die na het conflict door burgers worden gebruikt voor bijvoorbeeld landbouw. Er bestaat verder ook gevaar dat spelende kinderen hiermee in aanraking komen.

Het Protocol inzake explosieve oorlogsresten van 2003 (in werking sinds 2006) probeert een antwoord te bieden aan deze problemen door herstelmaatregelen op te leggen. De partijen dienen de risico’s gevormd door dergelijke onontplofte oorlogsresten te beperken door een risicobeoordeling van de explosieve oorlogsresten waarbij een prioriteit wordt toegekend met betrekking tot de behoefte en uitvoerbaarheid wat betreft markering en ruiming, verwijdering of vernietiging.

Het protocol legt de partijen bij het conflict de verplichting op bij beëindiging van de feitelijke vijandelijkheden en zo snel als haalbaar, tot het markeren, verwijderen of vernietigen van ontplofbare oorlogsresten. Het Protocol werd al door 87 landen geratificeerd, waaronder België. Colombia heeft dit echter nog niet gedaan. 

Andere belangrijke verdragen zijn het Protocol inzake het verbod of de beperking van het gebruik van mijnen‚ valstrikmijnen en andere mechanismen (herzien in 1996), het Verdrag inzake Antipersoonsmijnen van 1997 en het Verdrag inzake Clustermunitie van 2008.

Bezoeken van gevangenen

In het kader van dit conflict in Colombia bezocht het ICRC in 2014 81.000 personen die van hun vrijheid waren beroofd. Dit aantal komt neer op 72% van het totaal aantal gevangenen. Tijdens deze bezoeken evalueert het ICRC de levensomstandigheden van de gevangen en geeft men indien nodig aanbevelingen aan de autoriteiten om deze te verbeteren.

Het ICRC is reeds 40 jaar werkzaam in Colombia en bedankt de partijen betrokken bij het conflict voor het gekregen vertrouwen, en de mogelijkheid dat het ICRC gekregen heeft humanitaire hulpverlening te kunnen brengen aan de personen getroffen door het conflict.

Meer artikels van deze expert